Spaans spreken in Spanje

voor beginners

Nonfiction, Travel, Europe, Spain & Portugal, Reference & Language, Dictionaries, Foreign Languages, Spanish
Cover of the book Spaans spreken in Spanje by Dave Luton, David S. Luton
View on Amazon View on AbeBooks View on Kobo View on B.Depository View on eBay View on Walmart
Author: Dave Luton ISBN: 1230000417426
Publisher: David S. Luton Publication: May 10, 2015
Imprint: Language: Dutch
Author: Dave Luton
ISBN: 1230000417426
Publisher: David S. Luton
Publication: May 10, 2015
Imprint:
Language: Dutch

Olangs verbeterd en vernieuwd!

 

Dit boek is voor beginners die willen leren hoe om te spreken Spaans in Spanje. De auteur heeft gewoond in Spanje voor zeven jaar en heeft ook tien ervaring als leraar Spaans.

 

Índice

La pronunciación (uitspraak)

las vocales (de klinkers)

los diptongos (de tweeklanken)

las consonantes (de medeklinkers)

los pronombres (voornaamwoorden)

enkelvoudig

subject

object

meervoudig

subject

object

El verbo tener (hebben)

El verbo necesitar (nodig hebben)

De lidwoorden

Hay (er is/er zijn)

algunos/algunas

el plural (het meervoud)

En clase (in de klas)

Las asignaturas (de vakken)

La gente (de mensen)

Los saludos (groeten)

Las despedidas (afscheid)

Palabras y frases útiles (nuttige woorden en zinnen)

Las presentaciones (het voorstellen)

las presentaciones

la gente (de mensen)

la familia

Profesiones y oficios (beroepen)

Los países (landen)

el verbo ser (zijn)

Waar komt U vandaan?

landen

Los idiomas del mundo (de talen van de wereld)

Las ciudades (steden)

El verbo ir (gaan)

Lugares y sitios (plaatsen)

Modos de transporte (vervoerswijzen)

Los animales (dieren)

La naturaleza (natuur)

La edad y los números (leeftijd en nummers)

Hoe oud ben je?

Nummers

Describir a las personas (het beschrijven van mensen)

La ropa (kleren)

el verbo llevar* (dragen)

ondergoed

nachtgoed

rond het huis

schoeisel

dameskleding

broeken

hemden, truien, jassen

halskleden

jas en overjas

regenkleding

pakken

badmode

hoeden en accessoires

brillen

juwelen

weefsel

diversen

bijvoeglijke naamwoorden

Los colores (de kleuren)

Los días (dagen)

Los meses (maanden)

Las estaciones (seizoenen)

Los días y la fecha (dagen en datum)

En casa (thuis)

Hablar de la hora (het uur)

Las actividades (activiteiten)

ik hou van/ik hou niet van

activiteiten

El tiempo (het weer)

el verbo hacer

Hoe is het weer vandaag?

El cuerpo humano (het lichaam)

het hoofd

het gezicht

het oog

de mond

hals, schouder, rug, enz.

de arm

de hand

de romp en organen

het been

de voet

huid, bloed, spier, bot

Comer y beber (eten en drinken)

el desayuno (ontbijt)

la comida y meriendas (lunch, enz.)

las bebidas (drankjes)

glazen en drinkvaten

la mesa (de tafel)

specerijen en condiments

las frutas (fruit)

las verduras (groenten)

las carnes (vlees)

los mariscos (zeevruchten)

postres y dulces (nagerechten en snoep)

misceláneo (diversen)

los frutos secos (noten)

en la cocina (in de keuken)

La gramática básica (basis-grammatica)

las palabras demostrativas

dit hier

dat daar

dat daarginds

veel en hoeveel

los  pronombres(voornaamwoorden)

los pronombres de sujeto

los pronombres de complemento

El presente (de tegenwoordige tijd)

werkwoorden−ar

werkwoorden‒er

werkwoorden ‒ir

verbos irregulares(onregelmatige werkwoorden)

De verleden tijd

el pretérito

los verbos –ar

los verbos –er en –ir

onregelmatige werkwoorden

el presente perfecto

el pluscuamperfecto

het deelwoord vormen

El imperfecto

werkwoorden ‒ar

werkwoorden ‒er en –ir

het werkwoord ser

El futuro (de toekomende tijd)

De verleden toekomende tijd

View on Amazon View on AbeBooks View on Kobo View on B.Depository View on eBay View on Walmart

Olangs verbeterd en vernieuwd!

 

Dit boek is voor beginners die willen leren hoe om te spreken Spaans in Spanje. De auteur heeft gewoond in Spanje voor zeven jaar en heeft ook tien ervaring als leraar Spaans.

 

Índice

La pronunciación (uitspraak)

las vocales (de klinkers)

los diptongos (de tweeklanken)

las consonantes (de medeklinkers)

los pronombres (voornaamwoorden)

enkelvoudig

subject

object

meervoudig

subject

object

El verbo tener (hebben)

El verbo necesitar (nodig hebben)

De lidwoorden

Hay (er is/er zijn)

algunos/algunas

el plural (het meervoud)

En clase (in de klas)

Las asignaturas (de vakken)

La gente (de mensen)

Los saludos (groeten)

Las despedidas (afscheid)

Palabras y frases útiles (nuttige woorden en zinnen)

Las presentaciones (het voorstellen)

las presentaciones

la gente (de mensen)

la familia

Profesiones y oficios (beroepen)

Los países (landen)

el verbo ser (zijn)

Waar komt U vandaan?

landen

Los idiomas del mundo (de talen van de wereld)

Las ciudades (steden)

El verbo ir (gaan)

Lugares y sitios (plaatsen)

Modos de transporte (vervoerswijzen)

Los animales (dieren)

La naturaleza (natuur)

La edad y los números (leeftijd en nummers)

Hoe oud ben je?

Nummers

Describir a las personas (het beschrijven van mensen)

La ropa (kleren)

el verbo llevar* (dragen)

ondergoed

nachtgoed

rond het huis

schoeisel

dameskleding

broeken

hemden, truien, jassen

halskleden

jas en overjas

regenkleding

pakken

badmode

hoeden en accessoires

brillen

juwelen

weefsel

diversen

bijvoeglijke naamwoorden

Los colores (de kleuren)

Los días (dagen)

Los meses (maanden)

Las estaciones (seizoenen)

Los días y la fecha (dagen en datum)

En casa (thuis)

Hablar de la hora (het uur)

Las actividades (activiteiten)

ik hou van/ik hou niet van

activiteiten

El tiempo (het weer)

el verbo hacer

Hoe is het weer vandaag?

El cuerpo humano (het lichaam)

het hoofd

het gezicht

het oog

de mond

hals, schouder, rug, enz.

de arm

de hand

de romp en organen

het been

de voet

huid, bloed, spier, bot

Comer y beber (eten en drinken)

el desayuno (ontbijt)

la comida y meriendas (lunch, enz.)

las bebidas (drankjes)

glazen en drinkvaten

la mesa (de tafel)

specerijen en condiments

las frutas (fruit)

las verduras (groenten)

las carnes (vlees)

los mariscos (zeevruchten)

postres y dulces (nagerechten en snoep)

misceláneo (diversen)

los frutos secos (noten)

en la cocina (in de keuken)

La gramática básica (basis-grammatica)

las palabras demostrativas

dit hier

dat daar

dat daarginds

veel en hoeveel

los  pronombres(voornaamwoorden)

los pronombres de sujeto

los pronombres de complemento

El presente (de tegenwoordige tijd)

werkwoorden−ar

werkwoorden‒er

werkwoorden ‒ir

verbos irregulares(onregelmatige werkwoorden)

De verleden tijd

el pretérito

los verbos –ar

los verbos –er en –ir

onregelmatige werkwoorden

el presente perfecto

el pluscuamperfecto

het deelwoord vormen

El imperfecto

werkwoorden ‒ar

werkwoorden ‒er en –ir

het werkwoord ser

El futuro (de toekomende tijd)

De verleden toekomende tijd

More books from Spanish

Cover of the book Variabilidad en el paradigma verbal de futuro. El español de Valencia y de otras sintopías by Dave Luton
Cover of the book Todas las Paellas by Dave Luton
Cover of the book Alteridad, globalización y discurso literario by Dave Luton
Cover of the book English/Spanish: The First Party - Enhanced Edition by Dave Luton
Cover of the book First Spanish Reader by Dave Luton
Cover of the book The Everything Essential Spanish Book by Dave Luton
Cover of the book Eça de Queiroz Entre os Seus by Dave Luton
Cover of the book Conversational Spanish Dialogues by Dave Luton
Cover of the book VOX Diccionario Escolar, 2nd Edition by Dave Luton
Cover of the book Modern Languages Study Guides: El laberinto del fauno by Dave Luton
Cover of the book The Snow and the Sun / La Nieve y el Sol by Dave Luton
Cover of the book Cookbook: Mexican Vegetarian by Dave Luton
Cover of the book Spanish For Beginners by Dave Luton
Cover of the book Traditional Baking Recipes of Spain by Dave Luton
Cover of the book Spanish Verbs by Dave Luton
We use our own "cookies" and third party cookies to improve services and to see statistical information. By using this website, you agree to our Privacy Policy